Tags

, , , , , , , , , , , , , , , ,

Jan Sluijters schilderde haar, Hildo Krop maakte dansmaskers voor haar voorstellingen en Mommie Schwarz ontwierp haar toneelaffiches… Museum Kranenburgh in Bergen (NH) brengt deze zomer een eerbetoon aan danseres en choreografe Gertrud Leistikow (1885-1948), die tijdens het interbellum voor veel Nederlandse avant-garde kunstenaars een bron van inspiratie was.

Gertrud_Leistikow_Jan_Sluijters_collectie_Nardinc_tentoonstelling_Kranenburgh

Gertrud Leistikow door Jan Sluijters, ca. 1920 (Collectie Nardinc)

Gertrud Leistikow wordt in 1885 geboren in het Duitse Bückeburg. Ze volgt een opleiding aan de kunstnijverheidsschool in Dresden en ontdekt daar dat haar talenten bij de danskunst liggen. Vóór de Eerste Wereldoorlog bouwt ze een succesvolle carrière op. Ook gaat ze op tournee naar Rusland. Haar werk is trendsettend. ‘Er is geen danseres die aan haar invloed is ontkomen’, schrijft een recensent in de jaren 30.

Gefluit en gejoel
In 1914 treedt Leistikow voor het eerst op in Nederland in het Panopticum – het latere Centraal Theater – aan de Amstelstraat in Amsterdam. In Duitsland is ze dan al een beroemdheid, maar in Amsterdam wordt ze met gefluit en gejoel onthaald. Het publiek weet niet hoe het moet reageren. Leistikows manier van dansen is nieuw en heeft niets te maken met klassiek ballet. Ze bedenkt haar eigen bewegingen.

portretfoto danseres Gertrud Leistikow

Danseres Gertrud Leistikow

Avant-garde
Om de slechte ontvangst goed te maken, nodigt de directeur van het Panopticum de Amsterdamse kunstwereld uit voor een optreden. Bij dit avant-garde publiek oogst Leistikow wel succes. En als ze zich na de Eerste Wereldoorlog en haar huwelijk met een Nederlandse rozenkweker definitief in ons land vestigt, krijgt ze een warm welkom. Met haar komst is Nederland een danseres van naam en faam rijker.

Dansonderwijs
Ze treedt op in veel theaters in Amsterdam, waaronder Carré en het Concertgebouw. De Stadsschouwburg is haar lievelingsplek en Leistikow groeit uit tot dé danseres van dit hoofdstedelijke theater. Ze heeft optredens van Hengelo tot Den Helder en Utrecht en maakt een succesvolle tournee door Nederlands-Indië. Ook geeft ze les in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. In 1931 staat ze aan de wieg van de Rotterdamse dansacademie, nog steeds een toonaangevend instituut voor de moderne dans.

danseres_gertrud_leistikow_ontwerp_theo_vos

Porseleinen beeldje van Gertrud Leistikow, ontwerp Theo Vos ca. 1925

Inspiratiebron
Voor de Nederlandse kunstscene is Leistikow een grote inspiratiebron. Ze raakt met veel kunstenaars persoonlijk bevriend en vestigt zich in de gemeente Bergen (NH), waar veel avant-gardisten wonen. Ze poseert voor Jan Sluijters. Else Berg en Harmen Meurs maken tekeningen en aquarellen van haar. Mommie Schwarz ontwerpt haar affiches en ze danst met maskers van beeldhouwer en sierkunstenaar Hildo Krop. Theo Vos legt haar expressieve dansbewegingen vast in een aantal bronzen en porseleinen sculpturen. Leistikow is zelf ook een veelzijdig kunstenares. Zo ontwerpt en maakt ze zelf de kostuums voor haar choreografieën.

Gertrud-Leistikow-kalenderblad-Mommie-Schwarz-collectie-TIN

Kalenderblad met portret van Gertrud Leistikow in Danseuse de Delph, kleurenlitho Mommie Schwarz (Collectie TIN)

Uit de vergetelheid
Maar hoe baanbrekend het werk van Leistikow ook was, tegenwoordig kent bijna niemand meer haar naam. De tentoonstelling ‘Pionier van een nieuwe wereld’ haalt deze grondlegster van de moderne dans uit de vergetelheid met vele schilderijen, sculpturen, maskers, kostuums, aquarellen, houtsneden, affiches en foto’s. Haar dansen komen tot leven door twee gereconstrueerde choreografieën op video. Bij de tentoonstelling verschijnt ook een boek over haar leven dat is geschreven door kunsthistorica Jacobien de Boer.

Originele muziek en beelden
Helaas zijn er geen bewegende beelden van Leistikow bewaard gebleven. Maar hieronder kun je nog wel een geluidsfragment beluisteren van de muziek waarop ze danste, geïllustreerd met een compilatie van foto’s en tekeningen uit de collectie van het Theater Instituut Nederland (TIN).

Bronnen: Kranenburgh en Theater Instituut Nederland (TIN)