J.G. van Caspel, affiche voor Ivens & Co (1899), foto: Collectie Rijksmuseum
Begin 1900 nam de fotografie een enorme vlucht. Door de snelle ontwikkelingen in techniek en materiaal, zoals de uitvinding van de boxcamera en het fotorolletje, veranderde het fotograferen van een specialistisch beroep in een populaire hobby. Dit zorgde ook voor een reeks van publicaties voor amateurfotografen. In dit bericht bespreek ik een aantal van deze fraai vormgegeven brochures uit mijn verzameling.
De Dam in Amsterdam, opname circa 1901/05 door de Detroit Publishing Co. Deze foto spreekt mij vooral aan door prachtige details, zoals de drukte rond paardentrams en de mensen die de krant lezen bij een kiosk. Bron: Library of Congress Prints and Photographs Division Washington.
Van de paardentrams op de Dam tot de badcultuur in Scheveningen. De Photochrom Print Collection van Library of Congres in Washington biedt een kleurrijk beeld van het leven in Nederland tijdens het fin de siècle.
Prins Hendrikkade, Centraal Station, anoniem, circa 1888 (Collectie Stadsarchief Amsterdam)
In het Stadsarchief van Amsterdam is momenteel een prachtige fototentoonstelling te zien over Amsterdam rond 1900. De expositie ‘Amsterdam 1900’ toont het stadsleven van 100 jaar geleden door de ogen van de eerste moderne fotografen.
Amsterdam was booming rond 1900. In de binnenstad verrezen beeldbepalende gebouwen als het Centraal Station, het Rijksmuseum en de Beurs van Berlage. De industrie en de havens groeiden, maar tegelijk verkrotte de oude stad en was er veel armoede. Voor het eerst was het technisch mogelijk dit alles op foto vast te leggen.
Wat hebben hedendaagse kunstenaars gemeen met kunstenaars van 100 jaar geleden? Deze vraag staat centraal op de tentoonstelling Droomkunst in museum Singer Laren.
Vanaf 29 mei toont Singer Laren een sprookjesachtige wereld van schilderkunst, fotografie en tekeningen van rond 1900 en 2000. Droomkunst presenteert meer dan 250 werken van o.a. Jan Toorop, Willem van Konijnenburg, Antoon Derkinderen, Theo Hoytema, Erwin Olaf, Inez van Lamsweerde, Ruud van Empel en Gé-Karel van der Sterren.
Nog een paar maanden wachten en dan kun je deze prachtige Mucha-buste in het echt bewonderen in het nieuwe Fin-de-Siècle Museum in Brussel. In dit museum dat begin december zal opengaan, kun je een duik nemen in het rijke kunstenuniversum van het Brusselse fin de siècle, oftewel ‘het einde van de (19e) eeuw’.
De natuur, Alphonse Mucha 1899-1900 (Collectie Gillion-Crowet)
Het einde van die 19e eeuw was in vele opzichten een buitengewoon boeiende periode: artistiek, sociaal, economisch en politiek was er een geweldige dynamiek die een beslissende stempel op de wereld drukte. Historici stellen dat ‘de lange 19e eeuw’ pas eindigde in 1914, met het begin van de Eerste Wereldoorlog die miljoenen mensenlevens zou kosten. Niets zou nadien nog zijn als tevoren.
Art nouveau hoofdstad
Het nieuwe museum wil de rol van de ontwikkeling van de kunsten in een ruimer, historisch kader plaatsen. Brussel was immers op het einde van de 19e eeuw niet alleen de ‘hoofdstad van de art nouveau’, maar ook – en vooral – een van de meest dynamische kunststeden ter wereld. En dat op zo goed als alle terreinen van de artistieke creatie: literatuur, schilderkunst, opera, muziek, architectuur, fotografie en poëzie.
Nog acht nachtjes slapen en het is eindelijk zover! Na ruim 10 jaar renoveren en restaureren opent het Rijksmuseum op zaterdag 13 april zijn deuren weer voor het publiek. Bekijk nu alvast de film ‘The making of the Rijksmuseum’ van de Rijksgebouwendienst.