Tags

, ,

Willem Cordel, tekening, gemengde techniek: ‘Kop van een Etrusker’ (ca. 1925-1930)

Wat heeft dit geïdealiseerde portret van een Etruskische edelman te maken met de theosofische wandschilderingen in de trouwkamer van het voormalige Amsterdamse stadhuis?

Chris Lebeau, litho: portret van Willem Cordel. Foto: Kunsthandel Pygmalion

Onlangs kocht ik bovenstaande tekening van een gestileerd mannenhoofd met hoofdsieraad op de veiling bij Vendu Rotterdam. De tekening is gemaakt door Willem Cordel (1884 – 1967) in een gemengde techniek (potlood, waskrijt en goudverf op papier). Achterop het blad heeft de kunstenaar met de hand de titel van zijn kunstwerk genoteerd: ‘Kop van een Etrusker’. Gezien de voorname uitstraling en de gouden sieraden gaat het waarschijnlijk om een portret van een jonge edelman of Etruschkische priester.

Assistent van Chris Lebeau
Willem Cordel was een talentvol tekenaar en ontwerper, die het vak had geleerd aan de School voor Kunstnijverheid in Haarlem. Hier kreeg hij van 1906 tot 1909 les van de bekende kunstnijveraar Chris Lebeau, die hem later in dienst zou nemen als zijn assistent. Zo hielp Cordel zijn leermeester in 1925 en 1926 bij het maken van de wandschilderingen en het ontwerpen van de gebrandschilderde ramen voor de trouwkamer van het voormalige stadhuis van Amsterdam (nu onderdeel van hotel The Grand).

De tekening van de Etrusker is zowel op de voorzijde (rechtsonder) als op de achterzijde van het papier gesigneerd.

Ideaalbeeld
Een van die wanddecoraties heeft opvallende overeenkomsten met de tekening van de Etrusker. Het gaat om de schildering ‘Het levensmysterie’ boven de ingang van de trouwkamer. Een oosters masker in de vorm van een vrouwenhoofd met slangenhaar kijkt met geloken ogen neer op de bezoekers van de trouwkamer. De ogen worden geaccentueerd door grote wenkbrauwbogen (zonder haar!) met daartussen het ‘derde oog’ als teken van verlichting. Hoog op het voorhoofd van het masker is het ‘zevenkleurige ei der vruchtbaarheid’ afgebeeld.

Chris Lebeau (ontwerp) en Willem Cordel (uitvoering): ‘Het levensmysterie’, wandschildering boven de ingang van de trouwkamer in het (voormalig) stadhuis van Amsterdam (1925-1926), foto via Wikimedia Commons.

Niet alleen de strenge stilering en symmetrische vorm van de gezichten komen overeen, maar ook allerlei andere details. Zo draagt de Etrusker een hoofdsieraad met een rond bloemmotief dat op dezelfde plek zit als het zevenkleurige ei bij het masker. Maar het meest opvallend zijn de geloken ogen en wenkbrauwbogen, die beide gezichten een contemplatieve uitstraling geven. In beide gevallen gaat het niet om een realistisch portret, maar om een geïdealiseerd mystiek gelaat.

Cordel’s tekening is waarschijnlijk ook beïnvloed door de ‘klassieke koppen’ van de symbolistische kunstenaar Willem van Konijnenburg (zie de gelijkenis met de rechter afbeelding).

Belangstelling voor Estrusken
In het begin van de twintigste eeuw was er onder kunstenaars een grote fascinatie voor verre en oude culturen. Ook de Etrusken, die gezien werden als een geheimzinnig volk dat de basis had gelegd voor de Romeinse en Italiaanse cultuur, stonden in de belangstelling. Zo schreef Louis Couperus in ‘Uit blanke steden onder blauwe lucht’ (1912-1913):

‘Over het aloude Etrurië zweeft de sluier van het mysterie… Meer dan over de oude eeuwen van Egypte, Assyrië, Hellas ligt nog een vreemde, bijna onopbeurbare tooversluier gespreid over de oude eeuwen van Etrurië en vóor dat de archeologen ontdekt hebben het raadselwoord der Etruskische taal, zal die sluier wel niet worden omhoog geheven. (…) Er is weinig bekend van dit geheimzinnige volk. De Etruskische priesters omhulden zich reeds in ondoordringbare geheimzinnigheid: zij waren occulte wijzen en toovenaars en in hunne tempels bewaarden zij de mysterie’s van hunne wetenschap en godsdienst. (…) Hunne bouwkunst was zwaar en plomp en somber; hunne beeldende kunst was naïef en kinderlijk archaïsch; maar de schoonheid hunner artieste-ziel openbaarde zich in hun sierlijk rood aardewerk met zwarte versieringen, in de bevalligheid hunner brons- en goudsmeewerken. Zoo de geschiedenis van Etrurië, die eenmaal keizer Claudius schreef, niet verloren ware gegaan, zouden wij misschien veel thans begrijpen van deze kunst, die ons nu zoo geheimzinnig blijft.’

Het ligt voor de hand dat Cordel zich heeft laten inspireren door de verhalen over de Etrusken. Wellicht bestudeerde hij voor zijn tekening ook foto’s van Etruskische grafvondsten, waarin vaak sieraden werden aangetroffen. Maar net als andere symbolisten projecteerde hij natuurlijk ook zijn eigen ideeën en idealen op deze geheimzinnige beschaving. Dit blijkt vooral uit de geïdealiseerde en gestileerde vormgeving van zijn tekening. Het langgerekte, vrijwel symmetrische gezicht van de Etrusker heeft een androgyne en verheven uitstraling. Het is alsof achter zijn gelaat een hogere waarheid schuilgaat, een innerlijk weten dat ook wordt uitgedragen door het door Lebeau ontworpen masker boven de toegangsdeuren van de trouwkamer.

Willem van Konijnenburg, zeefdruk met goudopdruk: ‘De contemplatie’ (1922). Foto: Venduehuis Dickhaut Maastricht

Willem van Konijnenberg
Naast de door de theosofie geïnspireerde kunst van Lebeau is Cordel waarschijnlijk ook beïnvloed door het werk van de symbolistische kunstenaar Willem van Konijnenburg. Van Konijnenburg was gefascineerd door de kunst uit de klassieke oudheid en de Italiaanse renaissance. Hij tekende veel ‘klassieke koppen’ die erg lijken op Cordel’s portret van de Etrusker. Zie bijvoorbeeld de hierboven getoonde afbeelding van een zeefdruk die twee jaar geleden werd geveild bij Venduehuis Dickhaut Maastricht.

Chris Lebeau, programmaboekje voor het Nederlandsch Concert en Theaterbureau (seizoen 1928-1929) met advertentie voor Ibach

Chris Lebeau, programmaboekje voor het Nederlandsch Concert en Theaterbureau (seizoen 1928-1929) met advertentie voor Ibach.

Willem Cordel, ingelijste siertegel van eterniet met drie bebaarde maskerkoppen. Foto: Delta 98

Wederzijdse beïnvloeding
Hoewel Cordel een bekwaam tekenaar en ontwerper was die als assistent werkte voor Chris Lebeau, een van de meest begenadigde kunstnijveraars die Nederland heeft gekend, is hij zelf als kunstenaar niet erg bekend geworden. Zijn werk duikt zo af en toe op bij veilingen en trekt dan niet veel belangstelling. Wel vond ik op de website van kunsthandel Delta 98 nog een siertegel van eterniet met drie maskerkoppen, die niet alleen enige gelijkenis heeft met zijn Etruskische mannenkop, maar qua compositie ook sterk lijkt op Lebeau’s ontwerp voor een programmaboekje uit 1928. Ook hieruit blijkt nog eens hoe intensief de twee hebben samengewerkt en dat er sprake was van een wederzijdse waardering en beïnvloeding.