Tags

Afb. A1: Adri Pieck, zelfportret. Foto: RKD
Onlangs kocht ik van een goede vriend vier oude boekenleggers met gebatikte en geborduurde decors. De zeldzame kunstwerkjes zijn rond 1910 gemaakt door kunstenares Adri Pieck, die vooral kleurrijke landschappen schilderde. Minder bekend is dat Pieck in het begin van haar carrière ook stoffen sierobjecten en gelegenheidsgrafiek heeft gemaakt.

Afb. B1 – Adri Pieck, ca. 1910; gebatikte zijden boekenlegger met floraal decor in blauw, bruin (en groen?) op wit, afm. 23 x 8 cm. Collectie: Anno1900.nl
Adri(ana) Jacoba Pieck (1896-1982) groeide op in een kunstzinnig gezin in Bussum en kreeg haar eerste tekenlessen van haar vader Antonie Franciscus Pieck, die naast hoofdonderwijzer ook schrijver en een fervent amateurschilder was. Hij voedde zijn vier dochters – Maria, Adri, Betty en Gretha – met veel liefde voor de kunst op.
‘Nadat wij in 1905 naar Bussum waren verhuisd, kregen wij thuis les van mijn ouders’, schrijft Adri Pieck hierover in haar memoires. ‘Door deze voor ons zoo gelukkige regeling bleef ons veel vrije tijd, en die werd steeds voor een groot deel gebruikt om te teekenen en verhalen te schrijven. En dan werd er ook veel gewandeld. Heel veel trokken wij er als kinderen op uit om buiten naar de natuur te tekenen. Mijn vader moedigde ons aan en gaf ons ‘t eerste teekenonderricht.’
In de leer bij Willem Knip
Via haar vader komt Adri in contact met de Larense landschapsschilder Willem Knip, die haar leert schilderen met aquarel- en olieverf. Ze schildert vooral de natuur, dieren, haar familie en het plattelandsleven in ‘t Gooi. Haar kleurrijke, expressieve schilderstijl doet denken aan het werk van de door haar zo bewonderde schilder Vincent van Gogh. Van 1909 tot 1911 volgt Pieck een opleiding aan de Amsterdamse Rijksacademie voor Beeldende Kunsten onder leiding van prof. Carel Lodewijk Dake. In deze periode begint ze waarschijnlijk ook te batikken.

Afb. A2 – Adri Pieck, ca. 1914; niet gebruikt bandontwerp met vlakversiering voor een van de boeken van haar vader. Collectie: Anno1900.nl
Deze van oorsprong Javaanse verftechniek voor textiel was begin 1900 in Nederland in zwang geraakt bij kunstenaars die op zoek waren naar nieuwe en natuurlijke methoden om stoffen te versieren. Bij het batikken worden de delen van de stof die kleurloos moeten blijven, bedekt met vloeibare bijenwas. Na het opdrogen van de was wordt de stof ondergedompeld in een verfbad. De met was bedekte delen van het textiel nemen de kleurstof niet op en behouden hun oorspronkelijke kleur. Daarna wordt de stof gewassen en gedroogd en wordt de was (gedeeltelijk) verwijderd. Vervolgens kan de procedure worden herhaald om meer details of een andere kleur toe te voegen.

Afb. B2 – Adri Pieck, circa 1910; zijden boekenlegger met gebatikt fantasiedecor in paars, bruin en roze op wit, afm. 45 x 9 cm. Collectie Anno1900.nl
Exposities
Pieck’s batikwerk wordt voor het eerst getoond in 1909 op een zomerexpositie tijdens de Gooische Markt in Laren. Naast schilderijen van bekende schilders als Bernard de Hoog, Marinus Heijl en Wouter Smorenburg zijn in het Raadhuis van Laren allerlei kunstnijverheidsvoorwerpen van lokale kunstenaars te zien. ‘Belangrijk is ook de inzending batiks, ontworpen en uitgevoerd door Adri Pieck te Bussum’, lezen we in De Gooi en Eemlander van 31 juni 1909. Een gebatikte boekenlegger kost volgens een advertentie 3 gulden, een boekomslag 4,50 gulden en een stropdas 6 gulden.
Drie jaar later heeft Pieck haar eerste solo-expositie in Den Haag. ‘In het verkoopzaaltje van Amphora-Holland in de Passage laat mejuffrouw Pieck eenige aangename proeven van haar kunst in batikken zien’, schrijft een recensent van Het Vaderland in de krant van 20 maart 1912. ‘Zijden kussens, theemutsen, boekenbeschermers en boekenleggers heeft zij tot smaakvolle en tevens ook wel practische gebruiksvoorwerpen weten te maken. In fijne lijnenarabisken, waarvoor het batik-procedé zich zoo bij uitstek leent, heeft zij op zijde of linnen stof hare gedachten omtrent de evenwichtige vulling van een vlak weten neer te schrijven, terwijl zij door grootere vlekken van een andere kleur wist te voorkomen dat de versiering wat al te eentonig werd. (…) De toegepaste kleuren zijn in harmonieuse verhouding opgebracht, en de boekenleggers onderscheiden zich door een logische versiering van het langwerpig vierkant. Ik zag er een met paarse en gele, welke al bijzonder smaakvol was. Als men nagaat welk een arbeid er in zoo’n klein versierd lapje verscholen zit; batikken, verven, uitwasschen, en dit voor drie kleuren driemaal herhaald, dan zijn de gevraagde prijzen ook wel uiterst billijk te noemen.’
Het jaar daarop zendt Pieck vier gebatikte voorwerpen in voor de belangrijke tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 in Amsterdam. Het gaat volgens de catalogus om twee kussens, een kleedje en een theemuts.

Afb. A3 – Adri Pieck, gesigneerde boekillustratie, met opschrift: ‘Ter herinnering aan uw bezoek aan mijn expositie in ‘t Consthuys St. Joris, 3-17 april 1948.’ Collectie: Anno1900.nl
Dagboek
De laatste verwijzingen naar het batikwerk van Adri Pieck die ik heb gevonden, staan in het dagboek dat haar vader bijhield van 1917 tot 1920. Zo schrijft vader Pieck op 19 februari 1917: ‘Vanmiddag kwam Karel Platteau (een kunsthandelaar en goede vriend van de Piecks, svdp) om kunstnijverheidswerk van Zus (vaders koosnaam voor Adri, svdp) en Greet te halen, dat hij wilde meenemen naar Amsterdam om te verkoopen in den kunsthandel Oudt-Holland op de Nieuwezijds Voorburgwal.’
En op 1 maart 1917: ‘Platteau is vandaag naar Den Haag, gisteravond was hij hier. Oudt-Holland bleek geen betrouwbaar adres, misschien komt nu een relatie met Dupuy in de Kalverstraat tot stand. Hij heeft pastels, batiks en penteekeningen meegenomen.’
Zo af en toe wordt er iets verkocht, lezen we in het dagboek. Het gaat om gebatikte en gesjabloneerde kleedjes, kragen, manchetten en tasjes. Op 13 augustus 1917 schrijft vader Pieck: ‘Vanmorgen ben ik met Betty naar de stad geweest om voor Zus schablonen bij Dupuy te brengen. Er was daar al door dames gevraagd of ‘t werk dat ze er hadden van Juffr. Pieck was. Ze wordt dus al bekend.’

Afb. B3 – Adri Pieck, circa 1910; gebatikte linnen boekenlegger met lineair decor in goudbruin op wit. Afm. 24,5 x 6 cm. Collectie: Anno1900.nl
Nieuwe Kunst
De boekenleggers uit mijn verzameling zijn in dezelfde periode – tussen circa 1909 en 1918 – gemaakt. Zowel de drie sierlijke batik decors als het strakke geborduurde decor zijn kenmerkend voor de Nieuwe Kunst, de Nederlandse variant van de internationale art-nouveaustijl.
De eerste boekenlegger (zie afbeelding B1) is gemaakt van zijde en heeft een decor van hangende bloemen in de traditionele Javaanse batikkleuren: indigoblauw en bruin. Opvallend zijn de nuances in het blauw, wat erop wijst dat de oorspronkelijk witte stof meerdere keren door het blauwe verfbad is gehaald.
De tweede boekenlegger (zie afbeelding B2) is ook van zijde en heeft een sierlijk fantasiedecor in paars, roze en bruin. Het craquelé-effect is bereikt door de met was bedekte stof te kreukelen voorafgaand aan de paarse verfgang. Hierdoor ontstaan barstjes in de opgedroogde was, waar de verf intrekt. Deze boekenlegger is helaas ingekort aan de onderzijde en liep oorspronkelijk uit in een sierlijke punt.
De derde boekenlegger (zie afbeelding B3) is gemaakt van gebatikt linnen en heeft lineair decor van cirkels en stippen in bruin op wit. Aan de kleur van de losse draadjes te zien, neigde de oorspronkelijke kleur waarschijnlijk meer naar goudbruin.

Afb. B4 – Adri Pieck, ca. 1910; linnen boekenlegger met een geborduurd decor in de vorm van een bloem, afm. 19 x 6 cm. Collectie: Anno1900.nl
De vierde boekenlegger tot slot (zie afbeelding B4) is ook gemaakt van linnen en heeft een geborduurd decor van rechte lijnen, pijlen en stippen, die tezamen een gestileerde bloem vormen.
René De Clercq
De vier boekenleggers zijn afkomstig uit de nalatenschap van de Vlaamse dichter René De Clercq (1877-1932), die tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland vluchtte en zich met zijn gezin in Bussum vestigde, waar hij een regelmatige gast en huisvriend werd van de familie Pieck. De Clercq is vaak geportretteerd door Adri Pieck. Op onderstaande houtskoolschets zien we hem (rechts met pijp) samen met haar vader (links met hoed). De twee mannen lezen gedichten en werken samen aan een bloemlezing van Hollandse en Vlaamse poëzie. Voor hen op tafel ligt een grote stapel boeken. Er zijn jammer genoeg geen boekenleggers te zien op de tekening, maar het kost niet veel moeite om je voor te stellen waar de heren Adri’s mooie boekenleggers voor gebruikten.

Afb. A4 – Adri Pieck: ‘Portret van mijn vader A.F. Pieck en zijn Vlaamse vriend, de dichter René De Clercq – samenwerkend voor de bloemlezing.’ Foto: Online Museum De Bilt
De boekenleggers van René De Clercq kwamen na zijn overlijden in het bezit van zijn dochter Elza De Clercq (1906-1989), die als kind vaak bij de Piecks logeerde en haar leven lang met de familie bevriend bleef. Zij vertelde hier later over: ‘Wij leerden elkaar kennen in 1915, toen mijn vader, de dichter René De Clercq met zijn gezin naar Nederland gevlucht was. De vriendschapsbanden werden nooit onderbroken. (…) De ouders van de dames Pieck waren zich terdege van de begaafdheid van hun kinderen bewust. Als kind voelde ik de wijding die uitging van die kunstenaarsfamilie. Er heerste een grote liefde voor de kunst. Zij vereerden de natuur in haar eindeloze verscheidenheid van land, bomen, planten, bloemen, dieren en luchten. (…) Adri en Gretha namen weinig deel aan de gesprekken. Ze waren zeer ijverig, altijd maar kijken, luisteren, tekenen, studeren… en genieten. (…) Zij gingen geheel op in hun gezin, in elkaars gezelschap en in de kunst.’
In 1919 verhuisde het gezin Pieck naar Hollandsche Rading, waar Gretha, getroffen door de Spaanse griep, in datzelfde jaar op 22-jarige leeftijd overleed. Adri Pieck bleef in Hollandsche Rading wonen. Haar schilderwerk wordt gekenmerkt door het gebruik van heldere kleuren en een voorliefde voor de omgeving waarin zij woonde. Na haar dood werd van haar nalatenschap de Gretha en Adri Pieckprijs in het leven geroepen, ter aanmoediging van veelbelovende studenten aan de kunstacademie.

Afb. A5 – Adri Pieck, circa 1910; gesjabloneerd buideltasje met floraal decor uit de nalatenschap van Elza de Clercq. Sjabloneren lijkt op batikken, alleen wordt de verf hierbij met de hand op de stof aangebracht. De versiering wordt eerst getekend op papier en dan uitgeknipt tot een sjabloon dat over de stof wordt gelegd, zodat de verf alleen op de juiste plekken komt. Gesjabloneerde stoffen slijten sneller dan gebatikte stoffen, waarbij de verf diep in de stof is getrokken. (Foto van H. Huffels, particuliere collectie)
Geraadpleegde bronnen:
- E. Depenbrock en Max Pieck i.o.v. Stichting Gretha en Adri Pieck – Het leven en werken van Gretha en Adri Pieck – Van Holkema & Warendorp, Weesp (1983)
- A.F. Pieck, Dagboek 1917-1920 / Betty Pieck, Herinneringen aan René De Clercq – Gooibergpers, Bussum (1993)
- Online Museum De Bilt – Adri Pieck: haar leven (14 november 2019)
- Nol Verhagen en Marcus van der Heide – Bezield door persoonlijk gevoel: Gretha en Adri Pieck – Bussums Historisch Tijdschrift, jrg. 33, nummer 3 (december 2017), pag. 20-22
- Het jonge talent van Gretha en Adri Pieck – website Veilinghuis Peerdeman B.V. (2020)
- René De Clercqgenootschap
- Wikipedia: Adri Pieck
- Wikipedia: Gretha en Adri Pieckprijs